Starend door het raam,
Omringd door duisternis,
Alles is verscholen,
Alleen maar gemis.
Verblind door het donker,
Zoekend naar een antwoord,
Nergens wat te horen,
Het geluid word gesmoord.
Zoekend in de lucht,
In het licht van de sterren,
Tranen wellen op,
Die het zicht versperren.
Hopend op een wonder,
Waardoor de wanhoop verdwijnt,
Wetend dat het nooit zal komen,
Dat het nooit verschijnt.
Zoekend op de grond,
Terwijl de tranen blijven stromen,
Naar een persoon die begrijpt,
Wat er van je is afgenomen.