Starend in de verte,
Starend naar de horizon.
Even denkend aan jou,
Hoe het allemaal begon.
Het leek zo een mooie droom,
Het leek zo mooi in het begin.
Maar nu vraag ik mezelf af,
Wat heeft het nog voor zin?
Waarom wordt die mooie droom,
Ineens een boze.
Waarom is mijn leven nu verpest,
Ik leefde eerst op rozen.
Ik weet niet of ik zo nog langer door kan gaan,
Ik weet niet of ik daarvoor de kracht nog heb.
Ik voel me als een spin,
Gevangen in mijn eigen web.
Een spin die te moe is,
Om uit het web te komen.
Maar die toch verder gaat,
En over mooie dingen alleen maar kan dromen.