Uit 'Herboren' 9
Waarom dan
Versnipperd in clans, of kliekjes
die goed zijn voor elkaar. In
stammen, en een volk dat dezelfde
taal spreekt. De andere is
de barbaar en wordt zijn behoeften
ontkend. Het alsof hùn kinderen
geen melk drinken van moeders hun
borsten. Alsof vaders met andere
ogen, met een andere neus, met
een anders gekleurde huid, met
anders gespannen bogen, de zorg
niet hebben om in leven te houden
wat ter wereld kwam. Overal
hetzelfde, dezelfde behoeften. Met
zoveel als we zijn. Overal hetzelfde.
Waarom dan? Waarom dan alles
verstikkend maken? Waarom ons
onderscheiden van de ander?
Waarom andere kleuren, andere
klanken? Waarom andere hoeden:
de één een vederdos, de ander
een mijter op het hoofd. Anders,
de wereld is overal anders. Het
uiterlijk is overal anders. Elk heeft
voor zich gevonden waar hij zich
goed bij voelt. Wee hem die anders
is, een andere taal spreekt. Die
zich binnenwurmt als een zaadje in
een (ei)cel, hij is een indringer.
Bevrucht hij? Een andere wereld komt
dan tot ons. Uitgestulpt uit de wereld
waar hij vandaan kwam. Gastvrijheid,
dus nieuwsgierigheid vangt hem op.
Heimwee doet hem verlangen naar
het eten uit zijn jeugd.