Het heeft iets gekregen van een schaduw, jouw handen
blijven bewegen: het is niet echt. Het is geen werkelijkheid
hoe je je lichaam tegen de lakens drukt, de muur uit zijn vorm
haalt, praat over hoe mensen dingen anders zien
dan dat ze zijn. Ik lig en luister: het is niet echt. Wij zelf
en niemand anders hebben gemaakt wat hier nu te rotten
ligt; er zijn helemaal geen dromen die altijd woorden
moesten blijven, onze kleren zijn van onze lichamen
gevallen en aan elkaar genaaid: het is niet echt. Je weet
niet of dit wel is wat je altijd hebt gezocht, je dacht te weten
hoe het voelde om niet te hoeven kiezen, om mijn benen
in de jouwe te voelen; het was niet onvoorwaardelijk
hoe wij elkaars lichaam zochten: het is niet echt. Je hebt
hier nooit geslapen, je bent nooit dichter geweest, ik viel
nooit voor jouw adem en we hebben niet eens ooit gedacht
over alles wat tussen ons mogelijk zou zijn. Het mag niet
gezegd.