Het werd me teveel: de wind, het gras en de bomen
die niet stil konden blijven staan wanneer ik het vroeg.
We wandelden, je gleed uit over je woorden hing
een masker, je zei dat ik de tijd niet kan blijven
tegenhouden. Net zoals het ooit de bedoeling was
geweest dat wij samen kwamen, moest het ook
dat jij daarna zou wegstappen. Ik vroeg of dat
het zoveelste verhaal was om je schrik
te verstoppen en je schudde je hoofd om je oren.
Ik had niet geluisterd. Je ging zitten, nam me
op je schoot en zei dat wij dit alles helemaal niet
zelf te kiezen hebben. Het waait zo hard.