Een kind, een soldaat
in één persoon
Ze spelen niet met poppen of autootjes.
Nee,
zij spelen oorlogje.
Geen speelgoedgeweertjes,
geen jonge acteurtjes,
nergens een lege ketchupfles.
Bommen en granaten
het dagelijkse vuurwerk
Een schreeuw, een kreet
en bitterbloed
op de bladeren
van de takken
van de bomen.
De grond niet bezaaid
met kiezeltjes of zand of modder
Lippen, oren, benen
bedekken de aarde
in een vijvertje lichaamssappen
Liggen afgesneden, verloren, verlaten
te rotten.
Knallen en schieten
leren mikken en vuren
moorden, vermoorden, vernederen
Gehoorzamen aan hun God
dé God.
Tipu Maleng,
beschermer van mij, jij
en hem en haar
Tipu Maleng…
Ongeloof