Wie weet het nog twee duizend en zeven
Ons eerste friet en curryworst festijn
Met ons dertig jaar huwelijksleven
Wat was dit geen gezellig samenzijn
Dus nu op één mei tweeduizend en acht
Zullen wij dit nog eens gans overdoen
Zo worden jullie die dag ook verwacht
Op het communiefeest van ons kapoen
Familie en buren wat een zegen
Samen op één plein zonder scheidingslijn
Na al die rechte en kromme wegen
Die wij nu helen in vreugde en pijn
We hebben elkaar zo veel bijgebracht
Dat ik mijn deurtje steeds zal opendoen
Voor arm voor rijk voor eender welk geslacht
Zelfs al voel ik me bijna op pensioen