Hij gaat blij van huis en komt droef weer naar huis
In aller stilte net als een stomme muis
Die niet durft te piepen laat zijn te praten
Alsof ze de kat hebben losgelaten
Vader die zit daar ineen bij de beeldbuis
Zich ergerend aan wat stil fezelgeruis
Dat zo op hem inslaat als kogelgaten
Omdat hij zijn zoon ziet in aller staten
Via iets niet rechtuit niet zuiver niet pluis
En onder deze invloed draagt hij het kruis
Waarbij zinvolle woorden niet meer baten
Eens de herder zijn schaapjes niet meer blaten
Ze roepen ergens vreemd luid trots en heel struis
De geheime code cijfers van hun kluis
Maar stoeien en vrienden kennen geen maten
En de verliefdheid kent veel blinde gaten