Plots voelde ik mij twintig jaar jonger
In dit kleine familiebedrijfje
Want men stilde er mijn grote honger
Toen ik er stond in mijn onderlijfje
Ze hadden er mij niet vals uitgekleed
Maar ontvingen mij met een glimlachje
Toen mijn schoonbroer er mij wagen voorreed
Op dit te vroegtijdig lente dagje
Mijn gebroken schouder was nu beter
En ik was er ook zonder mijn wijfje
Waar men niet keek op een kilometer
Als was ik voor hen een gratis schijfje
Men stond er reeds met de koffie gereed
Zo gratis en zonder een bedragje
Dus geloof me maar dat het mij niet speed
Hier weer te staan met mijn tegenslagje