Jouw grijze, wilde haren zijn,
als de vacht van een wolf.
Ook zo grijs en wild.
de vacht van een wolf ja.
Jouw dikke, behaarde buik is,
als de buik van een zwangere wolf.
Ook zo dik en behaard.
de buik van een zwangere wolf ja.
Jouw vieze, harde handen zijn,
als de tanden van een wolf.
Ook zo vies en hard.
de tanden van een wolf ja.
Jouw lange, grijze wenkbrauw is,
als de staart van een wolf.
Ook zo lang en grijs.
de staart van een wolf ja.
Jij bent,
als een wolf.
Ook zo wild en verwilderd.
een wolf ja.
Een wolf is,
als een storm.
Ook zo onrustig en ruw.
een storm ja.
Dus:
jij=wolf=storm.
En dus:
jij=storm.
Neeeh, toch?
Of wel?
hmmmmm...