Voorbij de tranen der vergangkelijkheid
liggen dromen van een eenzame ziel.
Door takken van naakte bomen
straalt een teer en zwak winterzonnetje,
haar warmte over het laatste zwijgen.
Woorden..
Tussen waken en dromen
Woorden, ze verdwaalden naar een wereld,
die al jouw zachtheid met zich meenam.
Daar waar wij waren,
hart aan hart,
sámen
met het lied van een intens
en diep verlangen.
Verloren...
Weggevaagd!
Wat is het dat ik zoeken moet...
Ben ik het zelf?
Of is het mijn verloren toekomst.
Mijn wereld was JIJ die ooit was...
Wat blijft zijn dromen van mijn kind
dat in mij alles herkent
Wat is dit leven breekbaar wreed.