Arm kind,
met je pijnlijk bruine ogen.
Jij hebt nooit vrijheid gekend,
jij hebt je nooit veilig gevoeld,
en nooit heb je kunnen doen waar in geloofd werd.
Altijd geluisterd naar ‘de baas’,
ongeacht wat je vond of dacht.
Toch ben je snel tevreden,
met een liefdevolle blik.
-----
Maar wij die altijd vrijheid hebben gekend,
die zich altijd veilig voelen,
en die altijd doen waar in geloofd word.
Alles wat ieder heeft te wensen,
toch nooit tevreden en altijd commentaar.
Waarom….
Kunnen wij misschien iets leren van jou,
in je ellende daar?
En juist door je zwijgende innemende blik,
begin ik te begrijpen wat jullie bedoelen.