het mag niet
ik wist ’t wel, altijd wel
maar in die stilte denkend aan jou
vergeet ik alles wat ooit mijn ziel passeerde
een droom die zich
in steeds meer stukken opbouwt
elke fractie van een seconde een hoop erbij
een laag erbij
een wereld van dromen om ons heen
zolang ik ’t maar begrijp en jij in mij gelooft
dan kan ik verder bouwen om ons heen
en jij niet schuldig leven
totdat trilingen mijn oren wakker maken
neervallende trillingen, zo zacht
maar imploderend in mijn ziel
mijn gebouwde lagen afbrekend, opbrekend
afgebroken stukken
toch blijft de hoop voortleven
want het enige wat overblijft
is alles waar ik op gebouwd heb