op het open slagveld
stonden aan één kant
de Fransen
met
rooien*
stoempen lanzen
in de
zwetende glibberige
handen
blauwe
maliënkolders*
met net
gesmeden zwaarden
hun heer riep met volle borst
"barnier in aanslag"
ridders die
met een strijddapper gevoel
begonnen te ruiten*
lans in het vizier
recht op het Vlaamse wapenteken af
blauwe geestachtige mantels op de ruggen
dat als het ware
wegvlucht
als luipaarden op hun gnou
vallen de Fransen aan
De Vlaamse hoofdvizier
krijste
"ten aanval"
bloed
spattend uit de aderen
van de leeuwen ridders
gele maliënkolders
vlogen als meeuwen
door de lucht
MAAR
ze kregen
geirne* hulp
van God
die hen weer
moed en
trouw aan hun vorst
insprak
De Franse Heer
had zijn strijders
niet meer in het vizier
hij ruitte
als een heidene op de vlucht
weg van de kruistochten
en voerde nooit geen oorlog meer
met de Vlaamse Leeuw...
*ruiten: paard rijden
*maliënkolder: gevechtsuitrusting(in het begin van de ME)
*geirne:plotse, opeens (uitgevonden woord door mij)
*rooien: rode, rood