DE
A is van de appel, die is goed voor de dorst!
B is van de boterham, en de boterhammen korst.
C is van de chocomel, met die lekkere bruine kleur.
D is van de druiven, met een lekkere druiven geur!
E is van het ei, daar moet je niet te veel van eten.
F is van het fruit, en van eieren laat je scheten!
G is van de groenten, die eet je heel gezond.
H is van de honing, met een vinger in je mond.
I is van italiaanse kruiden, lekker op een broodje worst.
J is van japanse bami, lekker en gekruid.
K is van de kiwi, dat hoort bij het fruit!
L is van Lasanga, hoort bij het pasta soort.
M is van de margarine, die bij het brood behoord.
N is van de nasi, ook lekker bij de chinees.
O is van oriental schnitsel, en dat hoort bij het vlees.
P is van de Pindakaas, daar kun je je sterk van maken!
Q is van Q-linaire het woord der goede smaken!
R is van de room, die je voor het toetje nog kan maken!
S is van de soep, kippen of tomaten.
T is van tonijn, het lekkerste zonder graten!
U is van uitheemse kruiden, ik heb zo nog nooit gehad.
V is van de visfilet, zwemmend in een botersausbad.
W is van de wereldkeuken, met zoveel soorten eten!
X is van... jij mag het zeggen, want ik zou het niet weten!
Y is van het yzer, dat zit in groenten en in fruit!
Z is van de zemelen, op een broodje met granenkruid!
Dit alles is het eten, Het eten van A tot Z.
Zo kun je alles eten, Met de letters van het Alfabet!