Er zijn zo veel mensen om me heen,
ze zijn gewoon ontelbaar.
Waarom voel ik me dan toch zo alleen?
Waarom ziet niemand wat ik ervaar?
Het masker dat ik al lang draag,
altijd vrolijk en lachend.
Niemand snapt waarom ik toch klaag,
laat ze eens kijken vanuit mijn oogpunt.
Ze zei dat ik teveel zeik,
terwijl ze eigenlijk niks weet.
Ze vindt dat ik te zwartkijk,
ze snapt niet wat er aan mij vreet.
Nog even en mijn polsen bloeden weer,
ik kan er niet meer tegen.
Praten doe ik niet meer,
dat is voor “vrienden” blijkbaar een zegen.
Ik wou dat iemand in mijn ogen zou kijken,
zonder het zien van mijn maskers effect.
Ik zou de waarheid nooit ontwijken,
als iemand anders het maar uit me trekt.