Zwevende gedachten
dwalen langzaam
rond op het ritme van
ruisende bomen en
klingelende belletjes
zal ik zeggen dat
mijn stofjes aan het
uitsterven zijn of
gewoon in een diepe
diepe slaap?
uitrustend van hectische
piekerdagen. Mediterend.
Voor een volgende strijd.
Wie zal het zeggen?
Een stelletje kikkers achter
het raampje gapen me aan
denker waarschijnlijk dat
ik maar beter een
schaap kan worden
grazend en schijtend
zonder denkende hersenen
nee, geef mij dan maar,
nog liever dan een bolletje
wol, een mooie lieve
boerenzwaluw.