De schans
Waar ik nu staat, al in het heden.
Is in het verleden om gestreden.
Menig slag heeft hij doorstaan .
Maar aan de tijd, ten onder gegaan.
Als men nu loopt langs die wallen
Denkt men niet aan die zijn gevallen.
Tijden helen alle wonden,
Bedekken bloed, verraad, en zonden
Wat gistere krom was, noemt men nu recht
En wat nu goed is was gisteren slecht.
Men oordeelt nu naar eer en geweten.
Maar hun eigen verleden, ja, dat zijn ze vergeten
Kathaar