Wanneer ze in de spiegel kijkt
is niets meer wat het lijkt.
Vanbuiten
niet in staat om haar echte gevoelens te uiten.
Altijd een lach op haar gezicht,
die mooie lach naar de buitenwereld gericht.
Bang dat iemand op de hoogte zou zijn
van dat waar zij gevuld mee is, pijn.
Vanbinnen
valt er niets met haar te beginnen.
Vanbinnen is ze als een plant,
heeft ze haar eigen leven niet meer in de hand.
Getekend door verdriet,
naar niemand die het ziet,
niemand die het waarneemt.
Volledig van de wereld vervreemd.
Maar niemand die om haar geeft,
niemand die het gemerkt heeft.