Soms voel je je alleen.
Soms denk je:
Er is niemand om me heen,
ik moet al mijn lasten zelf dragen.
Zonder de hulp van anderen,
Zonder iets er aan te kunnen veranderen.
Als je begint te vallen over de gebreken van het leven,
In plaats van te denken aan wat het heeft te geven,
Word je al snel een verbitterd mens,
En sta je voor je het weet aan de grens,
de lijn die het leven scheid van de dood.
Het verschil lijkt soms niet eens zo groot,
wanneer je toch al in de goot ligt,
en zo gemakkelijk voor de wanhoop zwicht.
Is het zo gemakkelijk alles achter je te laten,
alles en iedereen voorgoed te verlaten.
En net als je besloten hebt om aan alles een eind te maken,
voel je iemand je aanraken.
Een hand word op je schouder gelegd,
Troostende woorden worden tegen je gezegd.
De vriend waarvan je dacht dat je hem niet had,
Waarvan je dacht dat hij je gewoonweg vergat,
blijkt nu langs je te staan,
en vraagt je,
om nooit van hem weg te gaan.