Ik wil de tranen niet laten gaan,
probeer voortdurend gelukkig te zijn.
Maar dat is het trieste van dit bestaan,
een combinatie van liefde en pijn.
De ene dag voel ik me geweldig,
de andere dag is het een drama.
Mijn kans kaart is allang niet meer geldig,
daarom zit ik soms de hele dag in mijn pyama.
Als je een luisterend oor wilt,
dan kan ik er voor je zijn.
Als je maar niet te hard gilt,
dan doen mijn oren geen pijn.
Maar soms wil ik dat er naar mij geluisterd word,
en dan zie ik niemand daar staan.
Gooi ik gillend met het porseleinen bord,
laat ik iedereen maar in de waan.
Mijn hart voelt zich soms opgesplitst,
alsof ik ergens voor moet kiezen.
Dan zoek ik naar mijn levens gids,
probeer ik ergens anders een hart te leasen.
Mijn hart verandert van kleur,
en niemand die er iets tegen kan doen.
Maar nu sluit ik maar weer mijn deur,
voor die gedachten aan toen.