Voor F.
En ik hoop dat we ooit,
samen uit het licht zijn.
De schaduw,
het kruipt langzaam over mij heen.
De duisternis,
het verstikt me.
Ineengedoken en gebroken.
in mijn mond ligt jouw naam,
onuitgesproken.
Ik wil jouw naam fluisteren,
zeggen, roepen en schreeuwen:
al mijn gevoel moet eruit.
Maar als ik jouw naam
probeer uit te spreken
klinkt er geen geluid.
Mijn ogen sluiten.
Geen verschil tussen het
open en dichtgaan.
Ik had veel eerder,
weg moeten gaan.
Maar nu ben ik vertrokken...
En de schaduw,
het ligt als een deken over mij heen.
De duisternis,
het verwarmt me.
Uit het licht
uit het zicht,
dat is mijn wens.