Zonnen en bruinen.
Denk niet dat ik met u, oh Zon,
Wil slechten onze goede band
Voor eeuwig de rug toekeren,
Dat heb ik zelf niet in de hand.
Of dat door mijn atletisch lijf
Verrukt uw lichaam siddert, trilt,
En denk van jou oh heerlijk wijf,
U ook wel eens iets anders wilt.
Reeds de gedachte zo onrein en ruig
Daar staat mijn zonprinses wel boven.
Dit geldt slechts voor het aardse tuig
Waar men zinnelijkheid wil loven.
Ik wentel mij in uw warme gloed
Wil uw goedheid slechts behagen,
De gedachte dat u zo nodig moet
Is voor mij nauwelijks te verdragen.
U begrijpt mij wel en hoe
Vergeef me mijn verzuim;
Ik draai u slechts mijn rug toe,
Word ik daar ook prachtig bruin.
han janzen 06-’07
Auteur: neznaj | ||
Gecontroleerd door: Sheena | ||
Gepubliceerd op: 08 juni 2007 | ||
Thema's: |