Soms droom ik van een plek,
Waar niemand me kent.
Waar niemand zich zorgen om me maakt.
Waar niemand iets met me te maken heeft.
De plaats waar ik nu ben,
Herinnerd me aan teveel gebeurtenissen,
Die ik nooit zal kunnen vergeten.
En de mensen die hier leven,
Blijven erover praten.
Ik zal over bepaalde dingen nooit heenkomen.
Ik probeer ze te verdringen.
Maar steeds als het me bijna is gelukt,
Begint iemand er weer over.
En lijkt het weer,
Alsof het gisteren is gebeurd.
Een plaats waar niemand op me let,
En niemand weet dat ik besta.
Gewoon helemaal overnieuw beginnen.
Maar ik weet nu al,
Dat ik nooit alles zou achterlaten,
Want het zijn deze herinneringen die me achtervolgen.
Waar ik heen ga.
Als er ook maar iets was,
waardoor ik geen verdriet meer zou hebben,
dan zou ik die kans grijpen,
met beide handen.
maar ik weet, deze kans zal ik nooit krijgen,
zolang jij in mijn gedachten blijft.
Elke avond weer,
Barst ik in tranen uit.
Huil mezelf in slaap.
Maar overdag zal niemand dit merken,
Door het lachende masker dat ik draag.