als ik een bloem zou zijn
dan was ik nogal klein
onopvallend tussen het groene gras
ik was dan dat bloemetje waar je over las
uitgestorven
bedorven
naar mij staat een grotere bloem
dichtbij hoor je een zoem
die zoem gaat eerst naar die grote gekleurde naast me
hij staat dichtbij, soms een beetje te
dan vliegt de bij naar mij toe
ik kan niet meer zien wat die doe(t)
hij kriebelt en vliegt dan weer snel weg
zonder uitleg
de grotere bloem begint tegen mij te praten
hij zegt: ik wil je nooit maar verlaten
en als we geplukt worden door een meisje
die likt aan haar ijsje
weet ik dat het zo goed is
er is eindelijk niks meer mis