Alles is een beetje zwart
Door de grote zonnebril
Wrijf het zweet van mijn voorhoofd en
Duw mijn voeten verder in het zand
Tijdsbesef ineens verdwenen
Voel me nietig, aan de kant
Geschreeuw, gelach lijkt van heel ver
Vraag me af wat ik hier doe
Niemand hier heeft mij gezien
Zoals niemand elkaar ziet of hoort
‘S avonds zegt de buurman:
“lekker weertje he!”
Ik knik en lach hem toe
Dan valt de deur dicht, in het slot.