Langzaam vallen de vlokjes
meer en meer ontstaan
totdat ze allemaal gevallen zijn
en we langzaam het ijs begaan
We glijden op onze gedachten
en waar we vast komen te zitten
is het koud en ver verlaten
een schim struint door het bos
Hij wacht op je, net zolang
tot je in je eigen WAK gevallen bent
dan komt hij iets dichterbij
en ziet je naar adem happen
Het water is koud, zoals hij
langzaam verdrinkt de kou je
hij kijkt toe en slaat pas toe
als hij de laatste condens ziet
Een roep klinkt vanuit het bos
gekraak, als hij het meer oversteekt
hij komt je halen en brengt je
naar de oever van de overkant
Hij legt je neer en bekijkt je
een gevecht in zijn gedachten
leven of dood, leven of dood
maar dan beseft de schim plots
dat hij dat laatste, in eigen persoon is...