Ik wil roepen, schreeuwen, feesten,
maar 'k kan enkel niks meer doen.
Ik wil zat zijn en bezopen,
maar de lichten zijn al uit.
Als 't feestje eenmaal over is,
wil iedereen toch meer.
Maar als alles eindelijk over is,
kan niemand echt niet meer.
Ik wil alles doen wat'k vroeger deed,
maar vroeger is niet nu.
Dat ik terugkijk op 't verleden,
wil zeggen: 't was ni goe genoeg.
't Leven gaat wel verder,
maar we blijven niet voortgaan.
Geen zin meer om te lopen,
ook niet graag blijven staan.
De dag dat ik blijf steken,
op dit zomers paradijs.
Zal geluk alweer met mij zijn,
maar dat niet meer nodig zijn.
06-04-’07