Er waren eens twee meisjes die elkaar herkenden,
die toevallig dichtbij elkaar woonden.
2 verschillende meisjes met 2 verschillende achtergronden,
en 2 verschillende gedachtes en 2 verschillende pijn.
Het andere meisje stapte uit de groep en zocht haar eigen vriendinnen,
en het ene meisje ging veder met haar vriendinnen.
Ze veranderden doordat ze verschillende vriendinnen hadden,
niemand kon aan de meisjes zien dat ze met elkaar over weg konden.
Totdat het ene meisje heer erg kapot ging,
het andere meisje wist dat het fout ging met het ene meisje maar kon niets doen.
Het andere meisje kon alleen maar wachten en haar te steunen door aan haar te denken.
Het ene meisje wilde niet vechten maar vocht toch terug,
en heel langzaam werd haar leven veranderd.
Het andere meisje huilde om haar en wilde weten waarom het ene meisje zoveel pijn had.
Je kon het niet zien aan het ene meisje maar toch wist het andere meisje dat er iets aan de hand was.
Het ene meisje vertelt sommige dingen aan het andere meisje dat als reden had waarom ze zich zo kapot voelden.
Het andere meisje vertelde ook haar problemen aan haar.
En zo wisten ze van elkaar dat niet alles zo rozen geur en manneschijn is,
en dat het leven nou eenmaal rot is. Je moet er maar het beste van maken.
Het andere meisje schopt zichzelf door het leven, en het ene meisje?
Het andere meisje hoopt haar te kunnen duwen en te trekken naar het paradijs.
Het zelf ontworpen paradijs waarbij ze een masker opzet en alleen aan haar en andere mensen die ze kan vertrouwen kunnen haar zien.
Beschermen noemt het andere meisje, overleven noemt het ene meisje.