Bang, ik ben bang,
zo vreselijk bang,
en jij?
Jij stond daar in de gang,
alsof het de gewoonste zaak van de wereld was.
Je dumpte mij,
en nu wil je me terug.
Mooi niet.
Je kwetste mij.
Maar die dagen zijn voorbij.
Ik ben niet meer bang.
Nu zie ik een uitgang,
om te vluchten.
Nu sta ik in die gang.