Traag en sloom rek ik me uit.
Zonlicht dringt door de kier in mijn gordijnen
Binnen in mijn kamer waar ik slaap
Buiten fluiten vogels hun vroege lentelied.
De lichtstraal raakt mijn ogen en ik knipper
Terwijl ik eens lekker gaap.
Ik hoor de eerste mensen al.
Ze trekken er op uit om van dit weer
Te gaan genieten met elkaar.
Mijn voeten steek ik in mijn sokken,
Scheren doe ik later wel, bedenk ik snel
Want buiten roept de zon en ik ben klaar.
Uren duurt de wandeling die ik
In de aangename vroege lentewarmte maak.
Tevreden plof ik aan het einde in een luie stoel.
Zon, warmte, lente, alles komt weer op.
De lange winter is verdwenen, ook als die een flop.
En het enige dat ik nu merk is een tevreden gevoel!