Zij was als een levende legende
bekend, waar ze ook was
Aanbeden door alle mensen
Omhelsd door al haar vrienden
“je zou nooit zeggen dat..”
Nooit heb ik haar tranen zien vallen
noch haar wonden gezien
Ik vraag me af of ze het wist
-dat ik haar ogen las-
Aangenaam verdoofd als ze langsliep
onbeschrijfbaar, de manier waarop
Ze voldeed aan alle wensen
Ze was als een bloeiende roos
“die doorns zag je niet..”
Niemand keek naar haar lange mouwen
noch diep in haar ogen
Ik denk dat ze niet durfden
-te kijken, door die jas-
’s Ochtends hebben ze haar gevonden
Hangend, aan de trap
Doorgesneden polsen,
nooit geheelde wonden
Zoveel mensen, verbijsterd
zachtjes hoor je ze nog fluisteren
“perfectie bestaat niet, ik wist het wel”
en geen dag dat er niet aan haar gedacht wordt
“een nachtmerrie, hopelijk ging het snel”
Nog altijd denk ik aan haar terug
aan de manier, waarop ze langsliep
aangenaam verdoofd
een levende legende
Ik herinner haar elke seconde
-de manier waarop ze was-