Hoe het verbrijzelt, verbrokkelt,
niet verpulverend als krijt
niet ineens als steen
niet één keer, niet even
maar oneven onafgebroken brekend
uiteenvallend in miniaturen van herinneringen
komen vaag scènes op
in de generiek van onze soapopera
Jouw kampvuurogen op de bank voor mij
Die eerste keer op mij gericht
Jouw hand in het mijne
De kleine wereld aan onze voeten
Maandenlang zweven, echt leven
Af en toe zónder moeten
Maar er nooit niet om geven
Jarenlang het verlangen verlengen
De kleine aardbol was niets,
in ons universum.
slechts een addendum,
een toevallige bijkomstigheid
slechts af en toe bestond de tijd
Nooit meer jouw vingers op mijn buik
(wat ik er ook over zei, je mocht toch altijd)
Nooit meer jouw minnende zinnen
Nooit meer jouw lippen op mijn neus
Nooit meer jou…
Waarom weegt iets dat breekt steeds zwaarder?
Als we nu eens een kleine 100 jaar probeerden
en dán zien of het nog werkt?
Blijkbaar niet.
Blijkbaar blijft breken breken
tegen alle wetten van de fysica in
Maar dat ‘houden van’ geen wetenschap is,
maakt net dat ik er zo van hou.
en dan vooral van jou