Je bent een lenteochtend
stralend in het goud
Daar de merel zijn eerste lied aanzingt
breng ik een lofzang aan jou
Mijn lief, je geur is als een lelie
spelend in de wind
Laten ook wij ons meevoeren in de luwte
verstrengeld – immers wij zijn elkander altijd nabij
Wanneer ik uit het raam blik
vind ik je lachkuiltjes in het lentegras,
je grijnsrimpeltjes tussen de krokussen
Daar de wind fluistert als jouw hemelenstem
Laat ons de eeuwige bloesem zijn
kruipend rond de groene takken
En trouw mij in gedachten, mijn lief
op een immer ontluikend leven