Al lijkt het grauw
zijn er wolken wit,
grijs en blauw,
tussen takken van de bomen
is er licht,
schijnt jouw gezicht
als een zon op haar gericht.
Als de dag de avond groet,
de straat verandert in oranjegloed,
het kunstlicht schaduwen geeft,
regendruppels parels weeft.
Fantasie begint te spelen,
door struik en takken die bewegen,
de wind die een deuntje speelt,
romantische muziek in de oren,
jouw rug een beetje gebogen:
danst men zijn droom met gesloten ogen,
zonder woorden, niemand storend.
Is het deuntje dan gedaan,
de ogen van duister ontdaan
straalt daar maan en ster
knipogend van ver,
een dag die je was gegeven
zinvol om te beleven,
nieuwe zuurstof in het bloed,
slapend de ochtend tegemoet.