Een berg een boel een hoop zo veel
echt dat het écht heel veel
echt véél en veel te veel
en veel en véél te veel en
écht veel en veel te véél.
En meer dan dat nog,
overigens (veel meer ja!).
Maar dat doe ik wel
ik doe het wel
ik doe het heus wel
echt
maar láter
als het kan láter
ik doe het later wel
En langzaam kroop er een kille hand zwart
langs mijn nek omhoog
een beklemmende steen drukte op mijn hart
een zwart gat dat alles wegzoog
een grijze wolk boven mijn hoofd
donker en dreigend
niemand die mij gelooft
(en terecht) stil zwijgend
- Dat doe ik nog wel
ik doe het wel nog
ik doe het heus nog wel
maar gewoon
later, later, later, écht
later.
en als dat niet kan
dan toch later. -