Bombardement, mijn bondgenoot
Toen zat ik daar
Op mezelf en op elkaar
En ik ontsproot
Waar ik mezelf ontgoot
In een bakje water
Drinken voor de kater
Daar zat ik dan
Een echte man
En ik was de lach
En ik was blij
Want ik was mij
En ik was vrij
En het was een dag
Vrijdag
Ja
vrijdag was het toen
helemaal vrijdag
Lekker niets doen
Vrije dag
En ergens klonk mijn hartslag
Maar hij was allang vergaan
Zoals ooit klonk de golfslag
Op de ronde, witte maan
Zo klonk ik
Maar niemand was erbij
Ik was goed en tof en
Vol zoete moed
Maar niemand zag mij
Op die vrijdag
Zonder hartslag
Zonder mij
Zat ik daarboven
Te kijken naar de wei
Compleet uit te doven
Een kaars in een mij zonder lucht,
Uitgezucht
Geen mens die me kent
Een bombardement
En weg was ik, dood
Het noodlot geloot
En niemand die het wist
Niemand die me mist
Ik nam een omweg
Naar het zoute brood
Van de dood
Nummer twaalf had ik geloot
Bombardement,
Mijn bondgenoot.