de wind lijkt god te doen bestaan
krast koude korrels in mijn huid
blaast glazen scherven uit de maan
alsof ik niet in wezen ben
alsof het door mij heen kan gaan
en het niets is waar op het stuit
moet ik dan stoppen onderweg
of was het weg gaan dáár mijn fout
de regen is geen regen meer
jij huilt nu ook doet het mij weten
want het doet mij niet van buiten
maar eerder van binnen zeer