Ik wil..
Ik wil je kunnen voelen,
Nu je tegen me aan ligt.
Ik wil met je praten,
Maar mijn mond blijft dicht.
Ik wil je kunnen zien,
Maar mijn ogen dwalen af.
Ik wil je kunnen horen,
Maar je staat te veraf.
Ook al sta je nu voor me,
Ik kijk dwars door je heen.
Kan er niet over praten,
Ik draai er alleen maar omheen.
Ik heb het verpest,
Zoals gewoonlijk doe ik het weer.
Ik wil bij je blijven,
Maar het doet zo’n zeer.