Herrinneringen komen terug,
zoals altijd.
Ik weet niet waarom
ik altijd diegene zijn moet.
Herrinneringen openen
mijn oude wonden,
scheuren open,
niets ontziend.
Veilig zit ik op m'n kamer
totdat alles terug komt.
Ik weet niet of ik het waard ben
te vechten voor m'n leven.
Ik weet niet hoe het
zo gegroeid is,
ik weet niet hoe ik alles heb gedaan.
Ik hou m'n pijn vast,
alsof ik het nooit meer
los zou kunnen laten.
Ik wil niet meer degene zijn
die de strijd zoekt.
Ik wil niet meer degene zijn
die altijd gebroken word.
Ik wil niet meer degene zijn
die alles maar moet nemen,
zoals het nu eenmaal is.