Je stond daar,
alleen gelaten,
rillend van de kou,
nat geregend.
Ik liet je binnen.
Jaren lang
was jij m'n gabber.
Jaren lang
hield ik van jou
als m'n grote broer.
Hielp ik je
hier voor uit dit leven?
Zag je dan nooit
de tranen in m'n ogen?
Had je dan nooit
1 gevoel voor mijn verdriet?
Je hebt me pijn gedaan,
mijn gabbertje.
Weer is iemand verdwenen,
weer is iemand weg gegaan,
Weer heeft iemand me pijn gedaan.
Vergeet me!