Ik kijk door het raam
Die belegd is met schitterende regendruppels
Daarachter een grote zwarte grauwe zee
Die zich aan mij voorbijtrekt
In die razernij, vergat ik zelfs mijn naam
Omgeven door een regen, golvende knuppels
Ik wil opstaan, maar mijn lichaam werkt niet mee
Het enige wat overblijft is een rode zee
Die zich oneindig uitstrekt