Wij hebben de laatste tijd niks anders dan ellende.
Het is gewoon een grote teringbende.
Niks zit ons mee,alles zit ons tegen.
Ik wou dat we gauw andere woonruimte kregen.
Weg van al onze familieleden.
Ik laat ze zo achter in het verleden.
Ik heb ze allemaal niet nodig.
Voor mij zijn ze overbodig.
Ze doen me toch alleen maar pijn.
Houden van mij,dat was alleen maar schijn.
Mijn man mogen ze ook al niet.
Maar dat scheelt me geen biet.
Ik moet met hem verder leven.
Ik heb hem in mijn leven gekregen.
Hij maakt me vrolijk en blij.
Omdat hij zielsveel houd van mij.
Onze dochter zien ze ook al niet meer staan.
Ach,laten ze toch gauw de deur voorbij gaan.