Midden in de nacht.
Lopend op het strand.
Zie ik de golven trekken
aan het strand.
Onrustig trekken ze heen
en weer terug in zee.
Mijn gedachten worden
gevangen.
En met de golfslag trekken
ze mee.
Kijk zei een golfslag tegen
mij.
Zie je die duinen op een rij.
Die staan er al hun leven lang.
Zij horen en zijn daar thuis.
Jij, heb je leven lang het zelfde
als ons gedaan.
Je gaf je zelf en trok je weer
terug.
Maar het word tijd dat je voor
de rest van je leven.
Je eigen thuishaven vind.
Zodat je voor altijd ook.
Thuis komen kunt.