Zittend in een klein hoekje
Omgeven door het duister
Weg kwijnend en schreiend
Luisterend naar het gefluister
Je bent bang voor je omgeving
Dat je iets verkeerds hebt gedaan
Je weet alleen niet wat
Het liefst wil je uit dat hoekje weggaan
Vastgeketend in dat duistere hoekje
Dat hoekje van gedachten
Vastgeketend aan de angst
Dat ze je wel zouden kunnen afslachten
Al je blijdschap wordt weggezogen
Je kan geen kant meer op
Het liefst wil je alles verlaten
Het liefst pak je de strop
Ver weg in de put verzonken
Alsof zij jou je leven niet schonken
'Het is nu of nooit' en ze pakt de strop
Voor haar is haar leven nu toch een flop
Net op tijd komt hij naar binnen
En weet niet wat hij moet beginnen
Hij knoopt haar los
En knuffelt haar
En fluistert 'jij bent onvervangbaar'
Huilend doet ze haar verhaal
Omsloten in zijn armen
Alles wat ze al die tijd wou
dat iemand haar met liefde zou opwarmen
Schuldig voelde hij zich nu
Hij zag niet wat hij deed
Hij wilde haar niet kwetsen
en zei dat het hem speet
Nu lacht ze weer, na al die maanden
vergeven en vergeten
Al die ketens zijn verleden tijd
Ze is niet meer bezeten.
17-09-2006