Ik
Ik doe, als mij is gezegd
Hij zo veel verlegen
Hij heeft zo oorverdovend gezwegen
Ik voel geen tegenstand, doch ik vecht
Zo verdomd verstompt alleen
Toch nooit verdronken in geween
Woeden als een orkaan kan ik
ten einde verdriet, verwoesting en gesnik
Zijn misteries komen nooit ten goede
veranderingsloos als de bergen
doch voor tegenslagen niet op zijn hoede
Maar de mens kan zelfs rotsen tergen
Naast slechts enkele poreuze stenen
is hij voor immer als vast bevroren
Pas als alles is tot de korrel vertrapt, door vele benen
Traan zelfs ik, voor wat ik heb verloren