Overschot
Zo was mijn leven.
Onafhankelijk en zelfstandig,
staande als een fort.
De omgeving imponerend,
on aan tast baar voor het lot.
Tijden kwamen tijden waren,
maar die glorie ging voorbij.
Afgedankt en afgesleten.
Uit gestreden en vergeten.
In een nieuwe maatschappij.
Je zware muren zijn bezweken.
En je schilden zijn vergaan.
afgebrokkeld in het heden.
Een ruine zonder naam