Ik ben aan het varen.
ik voel me blij.
Het is een mooie dag.
het zonnetje is erbij.
Ik ben aan het varen.
en ik ga heen en weer.
Morgen doe ik dat nog een keer.
S’avonds ga ik naar me moestuin.
Ik spit en hark wat bij.
De zon gaat onder en de maan komt erbij
Ik ben nu bijna klaar.
en wat zie ik nou.
Het is Speedy onze poes.
en die zegt miaauw.
(heeft me broertje gemaakt)
Het gedicht is nu bijna afgelopen want ik moet naar bed.
Morgen is er weer een nieuwe dag en beleef ik weer pret.