Ik sta in een donkere steeg,
Hij’s stil en leeg.
Als ik goed luister, hoor ik de wind fluisteren,
Het is net, of ze iets verduisteren.
Ik zie iets bewegen,
Het is mysterieus, lang en nat van de regen.
Ik word er bang van,
Wat zal die gaan doen, ik maak snel een plan.
Maar het is te laat,
Het komt te voorschijn, het lijkt van de kaart.
Als ik beter kijk,
Zie ik, dat het op mij lijkt.
Het komt dichterbij,
Ik zie iets, en dat maakt me niet blij.
Ik zie mijn gevoelens te voorschijn komen,
En dit keer, kan ik er niet aan ontkomen.
De gedaante, die ik zie,
Brengt me in hysterie.
Het maakt me bang,
Het jaagt me op stang.
Het zegt: “ook voor jouw komt die tijd,
Dat de liefde jouw bevrijd.
Wees niet bang,
Dit masker houdt je zolang in bedwang.
De liefde zal je vinden,
Maar pas, als jij je weer kan binden.
Laat je hoofd niet zakken,
Laat je hart niet verzwakken”.
De gedaante, gaat op in rook,
Ik weet niet, waarom het opdook.
Hij wilde me iets vertellen,
En helemaal niet kwellen.
De liefde kan hard zijn,
Maar eigenlijk, doet het je geen pijn.
Alleen omdat je het toelaat,
Denk je dat het er zo aan toegaat.
“Ga niet op zoek naar de liefde,
De liefde vindt jouw wel”
Ook voor mij loopt er een jongen rond,
En dan zeg ik: “Wat ben ik toch een bofkont!!”
Auteur: Lovely** | ||
Gecontroleerd door: Innerchild | ||
Gepubliceerd op: 22 november 2006 | ||
Thema's: |