Het was liefde dat hem deed leven,
Leven in de sporen van zijn bestaan,
Leek hij de moed stilaan op te geven,
Omdat zij voorgoed leek te zijn weggegaan,
Maar zijn hoop hield hem levend,
En daarmee de gedachte aan haar,
Zodat hij, onderwijl zijn liefde gevend,
In gedachten samen was met haar,
Dankzij zijn eigen innerlijk hopen,
En de kracht om in sporen door te gaan,
Wist het lot hem uiteindelijk te belonen,
Door haar voor even terug te laten gaan,
Nu kon hij weer samen met haar leven,
In zijn gedachte nog verankerd met haar hart,
Leek zij het niet meer terug te kunnen geven,
Doordat zij haar treurig verleden vergat,
Maar de lotsbestemming leek het niet te willen,
En gaf het verhaal zijn eigen, mooie draai,
Door haar in zijn armen de wensen te vervullen,
Bleven ze uiteindelijk, gelukkig, bij elkaar.